Toict J. du – De heilige ontvangenis

De heilige ontvangenis € 35,-

Dertien preken uit Lukas 1 die zeer goed tijdens de advent gelezen kunnen worden.

INHOUD

 

LUKAS 1:26,27                                                      

26 En in de zesde maand werd de engel Gabriël van God gezonden naar een stad in Galiléa, genaamd Nazareth;

27 Tot een maagd, die ondertrouwd was met een man, wiens naam was Jozef, uit het huis Davids; en de naam der maagd was Maria.

 

LUKAS 1:28-31                                                      

28 En de engel tot haar ingekomen zijnde, zeide: Wees gegroet, gij begenadigde; de Heere (is) met u, gij (zijt) gezegend onder de vrouwen.

29 En als zij (hem) zag, werd zij zeer ontroerd over dit zijn woord en overlegde, hoedanig deze groetenis mocht zijn.

30 En de engel zeide tot haar: Vrees niet, Maria, want gij hebt genade bij God gevonden.

31 En zie, gij zult bevrucht worden en een Zoon baren, en zult Zijn Naam heten JEZUS.

 

LUKAS 1:32a                                                         

32 Deze zal groot zijn en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden.

 

LUKAS 1:32b, 33                                                   

32 En God de Heere zal Hem den troon Zijns vaders Davids geven;

33 En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid, en Zijns Koninkrijks zal geen einde zijn.

 

LUKAS 1:34-38                                                      

34 En Maria zeide tot den engel: Hoe zal dat wezen, dewijl ik geen man beken?

35 En de engel antwoordende zeide tot haar: De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden.

36 En zie, Elizabet uw nicht is ook zelve bevrucht met een zoon in haar ouderdom; en deze maand is haar, die onvruchtbaar genaamd was, de zesde.

37 Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn.

38 En Maria zeide: Zie, de dienstmaagd des Heeren; mij geschiede naar uw woord. En de engel ging weg van haar.

 

LUKAS 1:39-45                                                      

39 En Maria opgestaan zijnde in diezelve dagen, reisde met haast naar het gebergte, in een stad van Juda;

40 En kwam in het huis van Zacharias en groette Elisabeth,

41 En het geschiedde, als Elisabeth de groetenis van Maria hoorde, zo sprong het kindeken op in haar buik; en Elisabeth werd vervuld met den Heilige Geest;

42 En riep uit met grote stem, en zeide: Gezegend (zijt) gij onder de vrouwen, en gezegend (is) de vrucht uws buiks.

43 En vanwaar (komt) mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij komt?

44 Want zie, als de stem uwer groetenis in mijn oren geschiedde, zo sprong het kindeken van vreugde op in mijn buik.

45 En zalig is (zij), die geloofd heeft; want de dingen die haar van den Heere gezegd zijn, zullen volbracht worden.

 

LUKAS 1:46,47                                                      

46 En Maria zeide: Mijn ziel maakt groot den Heere.

47 En mijn geest verheugt zich in God mijn Zaligmaker.

 

LUKAS 1:48 eerste deel                                         

48 Omdat Hij de nederheid Zijner dienstmaagd heeft aangezien.

 

LUKAS 1:48b-50                                                    

48 Want ziet, van nu aan zullen mij zalig spreken al de geslachten.

49 Want grote dingen geeft aan mij gedaan Hij Die machtig is, en heilig (is) Zijn Naam.

50 En Zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht over degenen die Hem vrezen.

 

LUKAS 1:51                                                           

51 Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn arm; Hij heeft verstrooid de hoogmoedigen in de gedachten hunner harten.

 

LUKAS 1:52                                                            

52 Hij heeft machtigen van de tronen afgetrokken, en nederigen heeft Hij verhoogd.

 

LUKAS 1:53                                                           

53 Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld, en rijken heeft Hij ledig weggezonden.

 

LUKAS 1:54,55                                                      

54 Hij heeft Israël, Zijn knecht, opgenomen, opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid.

55 (Gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, (namelijk) tot Abraham en zijn zaad) in der eeuwigheid.